De gemeente Voorschoten moet tussen nu en 1 juli huisvesting regelen voor 55 statushouders, migranten met een verblijfsvergunning. Echter, de doelstelling voor het afgelopen halfjaar van 49 statushouders huisvesten, is niet gehaald. Slechts 39 nieuwkomers zijn in de afgelopen zes maanden ondergebracht.
Voorschoten is niet de enige gemeente die tekortschiet bij de opvang van statushouders. Landelijk hebben maar 49 gemeenten hun doel gehaald, terwijl bijna driehonderd dat niet hebben gedaan. Dit resulteert in een totale achterstand van meer dan 12.000 statushouders.
Met in het nieuwe jaar 17.700 statushouders die een woning moeten vinden, wordt de totale taakstelling voor het nieuwe halfjaar geschat op bijna 30.000 statushouders, een recordaantal. De noodzaak om statushouders versneld te helpen aan een woning wordt benadrukt door woningcorporatiekoepel Aedes en de Vereniging Nederlandse Gemeenten.
Naast de huisvesting van statushouders gaat de uitvoering van de spreidingswet door in Voorschoten. De gemeente regelt 200 opvangplekken voor asielzoekers die nog wachten op een verblijfsvergunning, meer dan het aantal dat vorig jaar was toebedeeld door het ministerie. Voorschoten heeft hiervoor extra financiële steun ontvangen van het rijk.
In totaal moeten honderd gemeenten extra opvangplekken regelen voor asielzoekers, wat resulteert in 6000 extra plekken die voor 1 juli beschikbaar moeten zijn. Asielminister Faber streeft ernaar geen dwang toe te passen, maar provincies en gemeenten kunnen onderling ruilen om de gewenste 96.000 opvangplekken te behalen.